De echte naam van de Mimosa hostilis boom
Publicatiedatum: December 03, 2020 | Laatst bijgewerkt op: December 27, 2020 | Auteur: The Mimosa Company Content Team
Inhoud
1. De geschiedenis van de wetenschappelijke naam
2. Tepezcohuite of huidboom in Mexico
3. Jurema: een heilige plant van de Braziliaanse caatinga
4. Andere namen
De boom Mimosa hostilis groeit op evenveel plaatsen op het Amerikaanse continent als het aantal namen dat hij gekregen heeft. Door de geschiedenis heen hebben botanici verschillende wetenschappelijke namen aan de boom gegeven. In de gemeenschappen waar hij groeit hebben mensen hem naar zijn gebruik vernoemd. Bovendien werd gedocumenteerd dat enkele van deze gangbare namen op generieke wijze gebruikt worden of om naar verschillende planten te verwijzen.
In Brazilië is hij bekend onder de naam “jurema”, maar zo noemt men er ook bijna 20 andere soorten 1. In Mexico staat hij bekend als “tepezcohuite”, maar de oorsprong van dat woord is niet duidelijk. In de wetenschappelijke wereld heeft hij meer dan tien namen gekregen, waarvan er zes aanvaard 2 worden. En dit is nog zonder rekening te houden met enkele gangbare benamingen zoals “carbonal” of “árbol de la piel” (boom voor de huid).
De geschiedenis van de wetenschappelijke naam
De wetenschappelijke namen van soorten dienen om hen elk afzonderlijk te identificeren en om dubbelzinnigheid te vermijden. Dit is nuttig om de evolutie door de geschiedenis heen te ontdekken. Die begint bij de aanduiding van het meest elementaire: is het een dier of een plant? Zo gaat het steeds een stapje verder, tot elk niveau van de beschrijving duidelijk maakt dat het over een enkele soort gaat.
De volledige wetenschappelijke beschrijving is:
- Rijk: Plantae
- Phylum of stam: Tracheophyta
- Klasse: Magnoliopsida
- Orde: Fabales
- Familie: Leguminosae (of Fabaceae)
- Genus: Mimosa
- Soort: Mimosa tenuiflora
Tot heden is de meest aanvaarde wetenschappelijk naam Mimosa tenuiflora [Willd.] Poir (hoewel Poiret ook voorkomt). Het heeft vele jaren van discussie en vergelijking van beschrijvingen van planten, opgesteld door o.a. ontdekkingsreizigers, artsen en botanici vereist om tot deze naam te komen.

Om te beginnen is er wereldwijd een lang debat gaande over het genus van de mimosa’s en acacia’s, voornamelijk in Afrika en Australië 3. Mimosa’s worden geassocieerd met invasief gedrag, terwijl acacia’s meer geassocieerd worden met decoratieve gebruikswijzen, hoewel dit gedrag meer afhankelijk is van de regio waar de bomen voorkomen en van hun populaire benamingen (er zijn acacia’s die in de volksmond mimosa’s genoemd worden). Op cultureel vlak is dit onderscheid belangrijk omwille van de historische identiteit om de bomen aan te nemen als nationale symbolen. In Australië bijvoorbeeld wordt de acacia bijna als een nationaal symbool beschouwd; in lokale bossen nemen ze de tweede plaats in na de eucalyptus. Terwijl in Afrika, vooral in Zuid-Afrika, de band met acacia’s ook sterk is, omdat de bomen er deel uitmaken van het landschap. Desondanks zijn er conflicten geweest wanneer voorgesteld werd dat enkele Australische variëteiten zonder doornen, die uitheems zijn in Zuid-Afrika, tot het genus van de Acacia zouden moeten behoren terwijl er tegelijk ook voorgesteld werd om het genus van de typische Afrikaanse acacia’s met platte kruin te wijzigen naar Vachellia of Senegalia. De verschillen tussen beide zijn niet eenvoudig te onderscheiden. Beide geni behoren tot de familie van de Leguminosae (of Fabaceae), die gekenmerkt wordt door heesters met vruchten in de vorm van zaden of peulvruchten, wat hen verwant maakt aan de boon (gewone bonen) en de erwt. De bloemen vormen de voornaamste manier om ze te onderscheiden: het genus acacia heeft altijd meer dan tien meeldraden 4.
De naam mimosa komt van het Latijn mimus, “mime of acteur” en van het Griekse mimos “imitator, nabootser”. Die van de acacia’s stamt van het Griekse akakia, “punt, doorn, scherpe punt” en de eerste registratie onder die naam om planten te beschrijven stamt uit de compilatie De materia medica (Peri Ylis latrikis in het Grieks) uit de eerste eeuw, opgesteld door de Griekse arts Dioscorides 5.
De discussie over mimosa’s en acacia’s drong door in de namen die toegewezen werden aan de Mimosa tenuiflora. Zozeer dat de eerste botanicus die hem beschreef, de Duitser Carl Ludwig Willdenow, hem in 1806 Acacia tenuiflora van Venezuela noemde. Enkele jaren later, in 1810, veranderde de Franse botanicus Jean Louis Marie Poiret het genus van deze soort naar dat van de Mimosa. Daarom bevat de naam van de Mimosa tenuiflora boom “Willd” (van Willdenow) en “Poir” (van Poiret), verwijzend naar de eerste botanici die hem beschreven 6.
De negentiende eeuw kenmerkte zich door de opkomst van ontdekkingsreizigers, voornamelijk uit Europa, die de wereld doorkruisten om wetenschappelijke kennis te vergaren. Zo gebeurde het dat enkele jaren nadat Willdenow en Poiret een naam hadden voorgesteld, andere botanici dezelfde plant ontdekten in andere streken op het Amerikaanse continent.
De Duitser Hermann Karsten (in de plantkunde is zijn afkorting H. Karst) beschreef in 1863 de Mimosa cabrera in Colombia. Daarna beschreef de Zwitser Jacques Huber in 1901 de Mimosa nigra in Brazilië. Beiden beschreven dezelfde soort, maar in verschillende streken. En zo gebeurde het dat aan het begin van de twintigste eeuw de volgende namen bestonden: Mimosa tenuiflora (Willdenow) Poiret, Acacia tenuiflora Willdenow, Mimosa cabrera Karsten en Mimosa nigra Huber 7.
In 1846 8, identificeerde de Brit George Bentham een soort die hij de Mimosa tenuiflora Benth. noemde, maar toen bleek dat het om een andere plant ging, werd de naam gewijzigd in Mimosa zimapanensis Britton. Bij historische opzoekingen dient aandacht besteed te worden aan de volledige naam van de soort om verwarring te voorkomen, hoewel in de huidige registraties de Willd. Poir de enige Mimosa tenuiflora is.
Maar dit is niet het hele verhaal. Want waar kwam bijvoorbeeld het populairdere synoniem Mimosa hostilis vandaan?
Bentham stelt in 1875 de naam Mimosa hostilis Benth voor 9 in Transactions of the Linnean Society of London 10. Een jaar later, in 1876, vermeldt de Duitse arts en botanicus Carl Friedrich Phillip von Martius hem in volume XV van de Flora Brasiliensis 11. Deze uitgebreide compilatie, waar decennialang aan geschreven werd, is het resultaat van expedities naar Brazilië. Daarin maakt Martius een gedetailleerde beschrijving en stelt hij voor om hem Acacia hostilis Mart… te noemen, terugkomend op de discussie over het al dan niet behoren van deze plant tot het genus Acacia of Mimosa. Om die reden werd de naam Mimosa hostilis (C. Mart) Benth toegekend.
In de plantkunde wordt de oudste naam beschouwd als de aanvaarde naam. Om die reden zou Mimosa tenuiflora de correcte naam zijn. Desondanks blijft Mimosa hostilis nog steeds zeer populair, vooral in Brazilië, en wordt dit als een aanvaard synoniem beschouwd in de lijsten van de plantkunde.
Maar daar eindigt de discussie nog niet; in de lijst van World Flora Online, een wereldwijde inspanning die het initiatief was van de Global Strategy for Plant Conservation om informatie over alle bekende planten te verzamelen, erkent men de volgende namen als aanvaarde wetenschappelijke namen 12:
- Acacia hostilis Mart
- Acacia tenuiflora Willd
- Mimosa cabrera H. Karst
- Mimosa hostilis (C. Mart.) Benth
- Mimosa limana Rizzini
Bovendien deze namen opgenomen in een verzamellijst van 2012 13 met betrekking tot de nomenclatuur van gebruikswijzen van medicinale en giftige planten die op een bepaald moment in de geschiedenis ook als synoniem gebruikt zijn, waaronder enkele die we hierboven al hebben genoemd:
- Acacia angustissima (Mill.) Kuntze Wordt in World Flora Online en Global Biodiversity Information Facility geïdentificeerd als een andere soort
- Acacia hostilis Mart
- Acacia tenuiflora Willd
- Acacia tenuifolia (L.) Willd
- Mimosa apodocarpa Benth
Wordt in World Flora Online en Global Biodiversity Information Facility geïdentificeerd als een andere soort. - Mimosa apodocarpa var. hostilis (Mart.) Hassl [wordt in World Flora Online en Global Biodiversity Information Facility geïdentificeerd als een andere soort]
- Mimosa cabrera H. Karst
- Mimosa hostilis (Mart.) Benth
- Mimosa limana Rizzini
- Mimosa nigra Huber
- Mimosa tenuifolia L.
- Senegalia tenuifolia (L.) Britton & Rose
Geïdentificeerd als synoniem van Mimosa tenuifolia L. in World Flora Online en Global Biodiversity Information Facility.
Ondanks de lange geschiedenis van de naam, lijkt er een wetenschappelijke consensus te bestaan over het gebruik van Mimosa tenuiflora en Mimosa hostilis, maar we mogen niet vergeten dat hij in andere documenten met andere namen aangeduid kan worden, voornamelijk in die van voor de 21ste eeuw.
Tepezcohuite of huidboom in Mexico
De boom Mimosa tenuiflora is in Mexico heel bekend onder de naam tepezcohuite (ook wel geschreven als tepescohuite of tepexcohuite). De betekenis van dit woord is niet geheel duidelijk en er zijn verschillende bronnen en interpretaties, hoewel deze het er wel over eens zijn dat de oorsprong ligt in het Náhuatl, de oorspronkelijke taal van de Azteken.
Een van de meest genoemde registraties van het woord komt uit het Diccionario de Aztequismos 14 (woordenboek met woorden van Azteekse oorsprong) dat gepubliceerd werd in 1912 waarin men probeerde om woorden van Náhuatl oorsprong, die in die periode gebruikt werden in Mexico, samen te brengen. Hierin verschenen de woorden “tepecuitazote”, gedefinieerd als een medicinale plant en “tepehuiscle”, beschreven als een harde boom. In geen enkele definitie wordt verwezen naar mogelijke aanwijzingen die ons kunnen helpen ontdekken welke verwijst naar de Mimosa hostilis.
Onderzoekers hebben een rechtstreeks verband gevonden tussen het woord in het Nahuatl en de soort, dat dateert van 1922 15. De Amerikaanse botanicus Paul Carpenter Standley stelde met Trees and Shrubs of Mexico bijna tweeduizend pagina’s samen over soorten bomen en struiken op Mexicaans grondgebied, met hun gangbare en wetenschappelijke namen. Hierin vermeldt hij de “tepescahuite” (p. 360) als gangbare naam voor de Mimosa cabrera Karst die, zoals we weten, een andere naam is die de boom in 1863 kreeg. Hij vermeldt dan wel een Mimosa tenuiflora Benth (p. 363), maar dit verwijst naar de boom die later Mimosa zimapanensis genoemd zou worden.
Desondanks zijn er meer registraties van gelijkaardige namen. De Mexicaanse wetenschapper Sara Camargo-Ricalde onderzocht ze allemaal en vond onder andere:
- Tepescohuite, vermeld in publicaties uit 1976 en 1991.
- Tepesquehuite, een naam die frequent gegeven werd in Oaxaca, in het zuiden van Mexico.
- Tepexohuitztli, een woord uit het Náhuatl vermeld in 1987.
Men vindt regelmatig bevestigingen die stellen dat de tepezcohuite vermeld wordt in de Codex Libellus de medicinalibus indorum herbis, maar de onderzoekster vermeldt dat er geen referentie naar in staat. In de digitale versie van dit document uit 1552, die ook bekend staat als de Cruz-Badiano Codex en die honderden planten uit het koloniale tijdperk omvat, vinden we ook geen verwijzing naar de tepezcohuite.
Een mogelijke oorsprong van dit woord ontdekte men in 1975. Volgens Camargo wordt er verwezen naar de woorden in het Náhuatl “tepetl” (heuvel) y “cuahuitl” (boom): boom van de heuvel. Ook het Diccionario de Aztequismos vermeldt in feite beide woorden.
Een andere oorsprong die benoemd wordt door Camargo werd beschreven in 1986, waarbij gesuggereerd wordt dat “tepus-cuahuitl” komt van de samenvoeging van “tepustli” (ijzer of metaal) en “cuahuitl” (boom): ijzerboom, verwijzend naar de hardheid van het hout. Dit lijkt op het woord “teposkuouit”, uit een variant van het Náhuatl die bekend staat als Nahuat, een taal die gesproken wordt in de bergen van Puebla, op enkele uren van de hoofdstad van Mexico. In het woordenboek van deze streek wordt de “teposkuouit” beschreven als “boom die zo sterk is als ijzer” 16 en dit wordt gevormd door een samenvoeging van de woorden “tepos” (ijzer) en “kuouit” (boom, hout of blok).
Traditionele kruidenkenners in Mexico noemen de Mimosa tenuiflora gewoon “huidboom”, hoewel er geen enkele etymologische oorsprong is die naar huid verwijst. Dit is normaal, aangezien dit te maken heeft met het gebruik ervan. In de Diccionario de Mexicanismos 17 (woordenboek met Mexicaanse uitdrukkingen) wordt de tepezcohuite beschreven als een “medicinale boom, waarvan de schors gebruikt wordt als pijnstiller, fungicide, hersteller en opwekker voor het regenereren van de huid”, het meest populaire gebruik in dit land.


Jurema: een heilige plant van de Braziliaanse caatinga
Jurema is populair in de overleveringen van de stammen in het noordoosten van Brazilië en bij groepen van Afro-afstammelingen. Vanaf de kolonisering door de Portugezen deelden de inheemse stammen hun kennis met gemeenschappen die afstamden van slaven, die het nog steeds gebruiken voor infecties, ontstekingen en bij religieuze ceremonies 18.
Meestal wordt het woord jurema of yurema gebruikt om te verwijzen naar de Mimosa tenuiflora. Maar de naam verwijst niet alleen naar die plant, er zijn bijna twintig soorten geïdentificeerd die in de volksmond “jurema” genoemd worden. Om deze plant te onderscheiden van de jureminha of jurema-branca (witte jurema), wordt die de jurema-preta genoemd (zwarte jurema), maar ook dan verwijst deze naam naar nog drie andere soorten: Mimosa acutistipula Benth., Mimosa ophtalmocentra Mart. Ex Benth. en Piptadenia moniliformis Benth.
Verschillende onderzoekers hebben ontdekt dat een andere gebruikelijke naam voor jurema in Brazilië “calumbi” 19 is, een gangbaar woord in het ecosysteem dat caatinga genoemd wordt. Caatinga wordt beschouwd als het ecosysteem van het grootste tropische droge bos van Zuid-Amerika. Maar, zoals ook het geval is bij jurema, wordt ook calumbi gebruikt voor verschillende soorten, zoals de Senegalia bahiensis (Benth.) Seigler & Ebinger 20, de Piptadenia stipulacea (Benth.) Ducke 21 en de Mimosa arenosa (Willd.) Poir 22, die visueel allemaal sterk lijken op de Mimosa hostilis en die jurema-branca (witte jurema) genoemd worden.
De jurema is een belangrijk ingrediënt in bereidingen die inheemse groepen en afro-Braziliaanse groepen gebruiken voor religieuze doeleinden. In de Kariri-Xoko stam bijvoorbeeld, mag enkel wie als “ingewijd” beschouwd wordt de wortelschors van de Mimosa tenuiflora schrapen volgens de zeer strikte regels van het ritueel. De schors wordt gekookt tot er een dikke, donkere substantie ontstaat. Met tabak en kaarsen worden deze rituelen uitgevoerd tijdens het Toré festival waarbij men mythische entiteiten en voorouders aanbidt. De consumptie van het drankje, gemengd met andere ingrediënten, kan angstgevoelens, duizeligheid, gezichtsstoornissen, tintelingen, misselijkheid en braken veroorzaken 23. Deze substantie is heilig voor godsdiensten die stammen uit het syncretisme in het noorden van Brazilië, zoals Santo Daime y União do Vegetal 24, in neo-sjamanistische stromingen en andere religies die voorkomen in meer stedelijke regio’s als Catimbó en Umbanda 25.
Andere namen
Terwijl in Mexico het meest frequente gebruik van de tepezcohuite medicinaal en cosmetisch is en dit in Brazilië voor heilige en curatieve ceremonieën is, is het gebruik in Centraal-Amerika niet zo specifiek en blijft het beperkt tot brandhout.
In Guatemala, El Salvador, Honduras en Nicaragua staat het bekend als “carbón negro” (zwarte kool) 26. In Honduras, Venezuela en Colombia noemt men het “carbonal”, “cabrera” of “cabrero” en “carbón colorado” (gekleurde kool) 27. Deze namen zijn zo gangbaar dat het moeilijk is om specifieke referenties te vinden die verbonden zijn aan de Mimosa tenuiflora.
Groepen van landbouwers hebben inspanningen geleverd om de gebruikswijzen van de Mimosa hostilis in kaart te brengen. In México hebben enkele gemeenschappen de niet-medicinale gebruikswijzen op een rijtje gezet: van het gebruik als levende haag, brandhout en kool tot het looien van huiden 28. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) 29 erkent dat de kool die geproduceerd wordt met het hout van de jurema een van de hoogste calorische waarden heeft en een van de meest verkozen soorten uit de streek is.
Welke is jouw favoriete naam?
Referenties
1. Sampaio, R., De Souza, O., Paulino De Albuquerque, U., Monteiro, J. M., Lúcia, E., & De Amorim, C. (2008). Jurema-Preta (Mimosa tenuiflora [Willd.] Poir.): a Review of its Traditional Use, Phytochemistry and Pharmacology. Braz. Arch. Biol. Technol. v.51 N, 5(5), 937–947.
2. Camargo-Ricalde, S. L. (2000). Description, distribution, anatomy, chemical composition and uses of Mimosa tenuiflora(Fabaceae-Mimosoideae) in Mexico. Revista de Biologia Tropical, 48(4), 939–954.
3. Carruthers, J., & Robin, L. (2010). Transactions of the Royal Society of South Africa Taxonomic imperialism in the battles for Acacia: Identity and science in South Africa and Australia Taxonomic imperialism in the battles for Acacia: Identity and science in South Africa and Australia. Transactions of the Royal Society of South Africa, 65(1), 48–64.
4. Rico Arce, M. de L. (2001). El género acacia (leguminosae, mimosoideae) en el Estado de Oaxaca, México (parte A). Anales Del Jardín Botánico de Madrid, 58(2), 251–275.
5. Quatrocchi, U. (2012). CRC World Dictionary of Medicinal and Poisonous Plants: Common Names, Scientific Names, and Etymology. In Nature (Vol. 196, Issue 4855). CRC Press.
6. Grether, R. (1988). Nota sobre la identidad del tepexcohuite en México. Boletín de La Sociedad Botánica de México, 48, 151.
7. Grether, R. (1988).
8. Tropicos.org. (2020). Mimosa hostilis (Mart.) Benth. Missouri Botanical Garden.
9. GBIF Secretariat. (2019). Mimosa hostilis (C.Mart.) Benth. Mimosa Hostilis (C.Mart.) Benth.
10. Tropicos.org. (2020). Mimosa tenuiflora Benth. Missouri Botanical Garden.
11. von Martius, C.F.P., Eichler, A. W., Urban, I., et al. (1876). Família Leguminosae (Fabaceae) SubFamília Mimoseae Tribo Eumimoseae Gênero Mimosa L. Flora Brasiliensis. Vol. XV. Part II. Fasc. 70. Coluna 359-360. Publicado em 1-Jul-1876.
12. World Flora Online. (n.d.). Mimosa tenuiflora (Willd.) Poir. World Flora Online.
13. Quatrocchi, U. (2012).
14. Robelo, C. (1912). Diccionario de aztequismos: catálogo de las palabras del idioma náhuatl, azteca o mexicano, introducidas al idioma castellano bajo diversas formas. Versión digitalizada de la Biblioteca Daniel Cosío Villegas. COLMEX. (p. 244).
15. Standley, P. (1922). Trees and shrubs of Mexico. Contributions from the United States National Herbarium. Vol. 23. July 14, 1922. Smithsonian Institution. United States National Museum.
16. Cortéz, P. (2017). Diccionario nahuat-español de la Sierra Nororiental del Estado de Puebla. Tetsijtsillin. Tzinacpan. Cuetzalan. México.
17. Academia Mexicana de la Lengua. (2010). Diccionario de Mexicanismos. Primera edición. Siglo XXI editores.
18. De Souza, R. S. O., De Albuquerque, U. P., Monteiro, J. M., & De Amorim, E. L. C. (2008). Jurema-Preta (Mimosa tenuiflora [Willd.] Poir.): A review of its traditional use, phytochemistry and pharmacology. Brazilian Archives of Biology and Technology, 51(5), 937–947.
19. Camargo-Ricalde, S.L. (2000). / Quatrocchi, U. (2012).
20. GBIF Secretariat. (n.d.). Senegalia bahiensis (Benth.) Seigler & Ebinger. GBIF Backbone Taxonomy.
21. Cardoso da Silva, J.M., Leal, I., Tabarelli, M. (2017). Caatinga: The Largest Tropical Dry Forest Region in South America. Springer International Publisher.
22. Maia-Silva, C., da Silva, C., Hrncir, M., Teixera de Queiroz, R., Imperatriz-Fonseca, V. (2012). Guia de Planas visitadas por abelhas na caatinga. Projeto de Olho na água. 1ª Ed. Editora Fundação Brasil Cidadão.
23. Sampaio, R., et al. (2008)
24. Gaujac, A., Navickiene, S, Collins, M. Brandt, S., Bittencourt de Andrade, J. (2012). Analytical techniques for the determination of tryptamines and β‐carbolines in plant matrices and in psychoactive beverages consumed during religious ceremonies and neo‐shamanic urban practices. Wiley Online Library.
25. Mercante, M. (2015). Religious use if psychoactive substance. Encyclopedia of Latin American Religions. Chapter. January 2015.
26. Camargo-Ricalde, S. L. (2000).
27. Quatrocchi, U. (2012).
28. Centro Educativo Intercultural Femenino Guadalupano A.C. 2010. Manual: Propagación en viveros de plantas de tepezcohuite. INDESOL. Secretaría de Desarrollo Social.
29. Organización de las Naciones Unidas para la Agricultura y la Alimentación. (1998). Mimosa hostilis. Especies Arbóreas y Arbustivas para las Zonas Áridas y Semiáridas de América Latina. Red Latinoamerica de Cooperación Técnica en Sistemas Agroforestales. FAO.